Chilodonella is een ciliaat. Een ciliaat of wimpeldiertje is een ronde tot ovaalvormige protozo met rondom trilhaartjes voor de voortbeweging. Lang niet iedere ciliaat is overigens parasitair. De meest bekende ciliaat is het pantoffeldiertje.
Chilodonella wordt in elk boek over visziektes behandeld. Het wordt vaak in één adem genoemd met Trichodina, Costia en Witte Stip. Chilodonella komt echter beduidend minder vaak voor.
Chilodonella komt uitsluitend voor op zoetwatervissen. Chilodonella is door de microscoop een onopvallend protozo, waarvan er bij wijze van spreken 13 in een dozijn gaan. De wijze van voortbewegen van deze parasiet is echter zo onmiskenbaar, dat een diagnose eenvoudig te stellen is. Dat wil zeggen, als je de voortbeweging eenmaal hebt bestudeerd. Deze voortbeweging laat zich nog het beste vergelijken met de speelgoedauto’s die je in een houten bak ziet rijden. Zodra de auto tegen de wand botst, stopt hij even, rijdt eventueel een klein stukje achteruit en maakt een bocht door de voorwielen dwars te zetten om vervolgens zijn weg te vervolgen. Totdat hij weer tegen een wand botst en de procedure zich herhaalt. Exact dit gedrag vertoont Chilodonella. Een bijna robotachtige, wat houterige, voortbeweging dus.
Het protozo is tussen de 100 en 150 micron groot. Ter vergelijk, dat is qua diameter ongeveer de helft van een volwassen Witte Stip en ongeveer zeven maal de grootte van Costia. Door een goede microscoop is het protozo goed zichtbaar bij een vergroting vanaf 100x. Vanaf 400x vergroting zijn ook de trilharen rondom het ovaalvormige lichaam goed zichtbaar. Chilodonella wordt qua vorm en structuur wel vergeleken met een kruisbes. Vooral de strepen, die je regelmatig over de lengte van het lichaam ziet, doen hier sterk aan denken. Vanuit een bepaalde hoek is tevens een soort inkeping zichtbaar, waardoor het protozo soms een ietwat hartvormig uiterlijk krijgt. Deze inkeping dient voor de opname van voedsel. Daarnaast is soms een kern zichtbaar, maar deze is lastig te onderscheiden. De parasiet is vormvast. Dit wil zeggen dat het zich niet als een Barbapapa (zoals Witte Stip) in allerlei bochten en door nauwe doorgangen kan wringen. Zoals hierboven beschreven heeft deze parasiet een andere tactiek om zijn bestemming te bereiken.
De voortplanting vindt plaats door eenvoudige celdeling waarbij eerst de kern zich splitst en vervolgens het gehele protozo. Parasieten die zich voortplanten door celdeling kunnen doorgaans binnen zeer korte tijd tot een enorme toename en dus verergering van het probleem leiden (één wordt twee, twee wordt vier, 8, 16, 32, 64, 128, 256, 1024, 2048 enzovoort).
In tegenstelling tot de meeste andere protozoa is Chilodonella geen typische zwakteparasiet. Met zwakteparasiet wordt bedoelt dat waterkwaliteit, stress en beschadiging niet direct de hoofdoorzaak van een uitbraak aan te wijzen zijn. In het geval van een Chilodonella-uitbraak is (vanwege het feit dat het dus geen typische zwakteparasiet is) om deze reden niet altijd een oorzaak aan te wijzen. Aangezien niet alleen een juiste diagnose, maar zeker ook het vinden van de oorzaak, belangrijke stappen zijn op weg naar verbetering hebben daar de specialisten grote moeite mee. Immers, als de oorzaak niet kan worden aangepakt, bestaat het gevaar dat een eventuele behandeling slechts symptoombestrijding is en het probleem later weer terugkomt. Helaas is de oorzaak van de uitbraak bij Chilodonella dus niet altijd te vinden en is de enige remedie ter voorkoming van een uitbraak, een goede quarantaineprocedure bij de introductie van nieuwe vissen. Wel is het zo dat Chilodonella meestal voorkomt bij wat lagere temperaturen (onder de 18 graden Celsius). Verhogen van de watertemperatuur, waardoor de afweer van de vis omhoog gaat zou theoretisch moeten helpen.
Chilodonella zal zich in het beginstadium voornamelijk op de kieuwen vestigen, daarna kan de uitbraak zich verder verspreiden over het lichaam van de vis. Mede om deze reden nemen altijd een afstrijkje vlak achter de kieuwen. Met name op het voorste gedeelte van de vis zal zich immers de hoogste concentratie parasieten bevinden. Wanneer de uitbraak ook op de huid aanwezig is, kan de slijmhuid troebel worden. In plaats van een mooie transparante slijmhuid krijgt de slijmhuid dan meer het uiterlijk van melkglas. Deze huidtroebeling is op zich onvoldoende om een juiste diagnose te stellen, daar deze ook kan voorkomen bij andere parasieten (zoals Costia en Trichodina) en andere aandoeningen (ammoniakpieken enzovoort). Uitsluitend door microscopisch onderzoek mag de diagnose Chilodonella worden gesteld. De wijze van voortbewegen is hierbij wat de specialisten betreft doorslaggevend.
De symptomen die een vis tentoonspreidt is in het beginstadium een versnelde ademhaling. Dit wordt veroorzaakt door benauwdheid die het gevolg is van extra slijmaanmaak in de kieuwen als verdediging tegen de parasiet. Tevens zal de vis gaan schuren. Door voornamelijk met de kieuwdeksels over objecten te schuren, wordt getracht verlichting te vinden tegen de irritatie. In een later stadium zal de huid vertroebelen. Met een bepaalde lichtval (strijklicht) en vooral op de donkere delen van een koi is dit het beste zichtbaar. In een nog verder gevorderd stadium kunnen delen van de huid loslaten en zal de vis nog slechts apathisch gedrag vertonen. Het laatste stadium is de dood van de vis… Het schuren kan naast bovengenoemde problemen tot beschadiging van de (slijm)huid leiden, waardoor voor andere parasieten, schimmels en bacteriën wordt vrijgemaakt. Daarnaast bestaat het gevaar dat door verzwakking van de vis, als gevolg van de Chilodonella uitbraak, de weerstand afneemt waardoor de vis een gemakkelijke prooi wordt voor allerlei secundaire aandoeningen.
Chemische bestrijding van dit protozo mag alleen plaatsvinden bij een uitbraak waarvan de vissen zichtbaar last hebben. Een individuele parasiet mag nooit een reden zijn om naar de gifbeker te grijpen. Iedere vis, ook de kerngezonde, huisvest wel een paar parasieten. Deze kunnen door de weerstand van de vis prima onder controle gehouden worden. Behandeling vindt bij voorkeur plaats in de behandelbak.
U hoeft niet bang te zijn dat de vissen na terugkomst in de vijver opnieuw besmet worden. De meeste protozoa houden het slechts kort uit zonder gastheer. Bovendien is de behandeling bedoeld om het gros van de parasieten om zeep te helpen maar zullen er altijd een aantal overleven die de vis met zijn eigen weerstand de baas moet zien te worden en te blijven. De behandeling dient om de vis een duw in de goede richting te geven. Een eventuele in de vijver achtergebleven parasiet mag dus géén excuus zijn om de hele vijver bloot te stellen aan schadelijke en vaak giftige chemicaliën. Raadpleeg voor het te gebruiken middel een koidokter, KVA of een deskundige dealer. Denk aan goede beluchting tijdens het behandelen. Als u toch in de vijver behandelt, sluit dan de filter gedurende de kuur kort*1) en ververs flink water na afloop van elke behandeling (denk aan de temperatuur van het te verversen water en spray het water liefst over het wateroppervlak). Bij voor de filter onschadelijke middelen is dit kortsluiten natuurlijk niet nodig. Zet dan wel apparatuur als UVC en Ozon uit en verwijder absorberende materialen als zeoliet of actieve kool tijdens de behandeling. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen door elkaar of in combinatie met zout en dergelijke, tenzij dit uitdrukkelijk op de gebruiksaanwijzing of door de geraadpleegde dierenarts is aangegeven. Reken de dosis goed na, alsmede de inhoud van uw vijver. Een te lage dosering kan resistentie veroorzaken, een te hoge dosering vergiftiging van de vissen.
Waarschuwing: Sommige middelen tegen protozoa zijn kankerverwekkend, zeer giftig of sterk oxiderend (Chloor, Halamid, Malachiet, Formaline, Methyleen of combinaties als FMC, Kaliumpermanganaat). Draag altijd handschoenen, oog- en luchtwegbescherming en houdt de middelen buiten bereik van kinderen en huisdieren.
*1) Kortsluiten van de Filter. Hiermee wordt bedoeld dat u de filter tijdens een behandeling in de vijver niet mee laat draaien met de vijver, om te voorkomen dat de nuttige bacteriën in de filter afsterven door het gebruikte middel. We pompen het water uit de laatste kamer niet terug naar de vijver, maar naar de eerste kamer van de filter. We laten het water dus circuleren in de filter. Lukt dit om technische redenen niet, dan zetten we de filter stil, maar blijven het biologische gedeelte wel beluchten. Het mechanische gedeelte (voorfilter) laten we leeglopen en maken we goed schoon, alvorens het filter na afloop van de laatste kuur weer in gebruik wordt genomen. Om de vijver, die het een tijdje zonder filter moet doen, niet onnodig te belasten, voeren we tijdens de kuur niet. Wel verversen we flink veel water tussen de kuren door en na afloop van de laatste kuur. Denk eraan dat bij een grote waterverversing de temperatuur van het kraanwater niet teveel afwijkt van de temperatuur van de vijver. Houd de waterwaardes na afloop van de kuur goed in de gaten, de nuttige bacteriën in de filter kunnen gedeeltelijk zijn afgestorven. |
Samenvatting
Soort: | Protozo of oerdiertje. |
Categorie: | Ciliaat (wimpeldiertje). |
Kenmerken: | Eéncellig, dierlijk, geenslachtig, maximale grootte 150 micron. |
Cyclus: | Ongeslachtelijke voortplanting door celdeling. |
Wie: | Zoetwatervissen, meestal vissen met een voorkeur voor kouder water. |
Ontstaan: | Niet altijd duidelijk. Besmetting door aanschaf nieuwe vissen is een mogelijkheid. In mindere mate is de oorzaak verminderde weerstand, slechte waterkwaliteit en stress. |
Preventie: | De juiste quarantainemaatregelen, goed watermanagement, stabiliteit, voorkomen stress. |
Symptomen: | Versnelde ademhaling, schuren/flitsen en hogere slijmproductie. Later huidtroebeling, ademhalingsmoeilijkheden door verlies ademend huidoppervlak of aangetaste kieuwen. Nog later; loskomen opperhuid, apathisch gedrag (lusteloosheid), sterfte. |
Secundaire effecten: | Door de huidbeschadiging en verzwakking kunnen secundaire infecties door bacteriën, schimmels of andere protozoa (zoals klokdiertjes) ontstaan. |
Hoe herkennen: | Door microscopisch onderzoek van de slijmhuid. Vergroting 100-400x. Niervormig met rondom trilhaartjes, een inkeping voor voedselopname, robotachtige zeer specifieke voortbeweging, vormvast, bezit celkern, lijkt door lengtestrepen wel wat op een kruisbes. Niet verwarren met Tetrahymena. |
Behandeling: | Alleen als het niet anders kan. Chemisch na zo mogelijk het wegnemen/oplossen van de primaire oorzaak. Raadpleeg dierenarts voor het te gebruiken middel. Gebruik schadelijke “medicatie” bij voorkeur in de behandelbak. Lukt dit niet, sluit dan tenminste de filter kort. |