De Nishikigoi, of Japanse sierkarper is een kweekvariant van de gewone Karper (Cyprinus carpio), die in Japan simpelweg Koi wordt genoemd. Hoewel een Chinees boek uit de Jin-dynastie (4e eeuw) de Koi vermeldt als een bontgekleurde karper, wordt aangenomen dat het kweken van Koi als siervis in de 19e eeuw in de Japanse prefectuur Niigata is begonnen, toen rijstboeren ontdekten dat sommige karpers mooier gekleurd waren dan anderen. De opvallende karpers werden gevangen en hier werd mee verder gekweekt.
Hoewel er al rode en witte koi in het begin van de 19e eeuw in Japan verschenen werden deze pas in 1914 bekend voor de buitenwereld, toen de Niigata Koi tentoongesteld werden op de jaarbeurs van Tokio. Enkele Koi werden toen geschonken aan kroonprins Hirohito.
De huidige Koi stammen waarschijnlijk af van twee koi van Gosuke, die hij in 1888 kocht. De huidige koivariëteiten zijn pas vanaf 1950 ontstaan.
We onderscheiden vele variëteiten. De verschillende variëteiten zijn ontstaan door allerlei kruisingen tussen met elkaar verwandte Koi. Door deze kruisingen zijn stabiele variëteiten onstaan. Er komen er nog steeds nieuwe bij.
Toen transporttijden versnelden en de bewaarmogelijkheden onder meer met de komst van plastic zakken verbeterden, werd de wereldwijde verspreiding van de Japanse Koi een feit.
We kunnen de Koi grof weg verdelen in: Koi met en Koi zonder schubben, niet-metaalkleurige en metaalkleurige Koi, en in Koi met en zonder glinsterende schubben. Deze indeling is natuurlijk veel te grof, maar deze vier verschillend kenmerken maken het verschil als we moeten bepalen, tot welke variëteit een Koi behoort.
Laten we beginnen met de niet-metaalkleurige Koi:
Hiertoe behoren de Kohaku, de Sanke, de Showa, de Bekko, de Utsurimono, de Asagi, de Shusui, de Koromo en de Tancho.
Alle overige niet-metaalkleurige Koi vallen behoren tot de variëteit Kawarimono. Deze variëteit omvat een groot aantal zeer verschillende Koi, zoals o.a. de Goshiki, de Chagoi, de Ochiba Chigure en natuurlijk niet te vergeten de Kumonryo uit ons N.V.N. logo.
Tot de metaalkleurige Koi behoren de volgende categoriën:
De Hikari Mujimono (Ogon), een metaalkleurige Koi met slechts een kleur. De meest bekende vertegenwoordigers zijn o.a. de Platinum Ogon of Purachina, de Yamabuki en Matsuba’s.
De Hikari Utsurimono, metaalkleurige koi onstaan door kruisingen tussen Ogon met Showa en Ogon met Utsuri. Het zijn dus metaalkleurige Showa’s en Utsuri’s.
Tot slot kennen we nog de Hikari Moyomono. Hiertoe behoren alle metaalkleurige Koi met meer kleuren en die niet behoren tot de Hikare Utsurimono. De bekendste vertegenwoordiger is wel de Kujaku.
Koi zonder schubben worden Doitsu (Duitse spiegelkarper) genoemd.
Bovengenoemde variëteiten kunnen ook als Doits voorkomen en worden op de Holland Koi Show in twee categoriën verdeeld: Doitsu A en Doitsu B.
Tot de eerste categorie behoren de doitsu variant van de Kohaku, de Sanke, de Showa en de Utsurimono. De Sushui is een Doitsu Asagi en vormt een samen met de Asagi een aparte showcategorie.
Alle overige worden geklassificeerd als Doitsu B.
Tot slot kennen we nog Koi met glinsterende schubben.
Ook heir onderscheiden we twee categoriën, te weten de Kinginrin A en de Kinginrin B.
De verdeling tussen A en B gebeurt op grond van het zelfde principe als bij de Doitsu.
De Kinginrin worden gekenmerkt door glinsterende schubben. Het lijkt wel of een groot gedeelte van de schubben bedekt zijn met pareltjes of diamantjes.
De koi variëteiten zoals wij kennen tijdens onze jaarlijkse Holland Koi Show in Arcen, zijn sinds 2002 verdeeld in 17 variëteiten (klassen).
Deze 17 variëteiten zijn:
- Kohaku
- Sanke
- Showa
- Utsurimono
- Bekko
- Asagi / Shusui
- Goromo / Goshiki
- Kawari Muji(mono) (alle eenkleurige Kawarimono zoals Chagoi, Soragoi en Benigoi)
- Kawari Moyo(mono) (allle andere meerkleurige Kawarimono)
- Hikari Muji(mono) (incl. Kin Matsuba, Gin Matsuba)
- Hikari Moyo(mono)
- Hikari Utsuri(mono)
- Tancho (alleen Go-Sanke)
- Ginrin A (Go-Sanke, Kohaku, Sanke, Showa) + Shiro Utsuri
- Ginrin B (Met uitzondering van Kinginrin A)
- Doitsu A (Go-Sanke, Kohaku, Sanke, Showa) + Shiro Utsuri
- Doitsu B (Met uitzondering van Doitsu A)